Aanpassing Vermogenrendementsheffing BOX 3

Wat verandert er in BOX 3 volgens het wetsvoorstel. Hier en daar werd gejubeld over een belast bedrag vanaf € 440.000 per persoon. Dat lijkt te mooi om waar te zijn en is het dus ook. Ik zal hierna kort de systematiek uiteenzetten en daar waar nodig verklaren waar de verschillen zitten en ook de pijn voor beleggers.

Het voorstel wil spaarders ontzien. Dit wordt bewerkstelligd door spaargeld (0,09%) bijna niet meer te belasten. Beleggers worden niet ontzien en worden belast tegen een vast rendement van 5,33%. Schulden worden hierop in mindering gebracht tegen een rendement van 3,03%. Dit zijn allemaal forfaitaire bedragen. Maak je dus verlies op je beleggingen, dan wordt desondanks verondersteld dat je een rendement van 5,33% hebt gerealiseerd.

Eerst wordt bepaald of de bezittingen hoger zijn dan € 30.846 op 1 januari. Is dit bedrag lager dan wordt er niet geheven. Is het hoger dan wordt over het volledige vermogen geheven. Eerst wordt vastgesteld hoe hoog het spaardeel is. Het overige deel wordt belast als belegging. Hiernaast een voorbeeld.

In de huidige situatie zou er aanzienlijk minder belasting worden geheven (€ 1.444). Dit wordt veroorzaakt doordat alles, behalve spaargeld, zwaarder wordt belast (1,76%). Schulden worden ook belast. Dat is in de huidige situatie niet het geval.

Nieuw uitgangspunt VRH vanaf 2022

Het is natuurlijk vrij eenvoudig om vlak voor 1 januari de beleggingen om te zetten in spaargeld. Hier zal wetgeving voor worden opgesteld om deze omzettingen tegen te gaan. Hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk. Spaargeld wordt gedefinieerd als deposito zoals bepaald in artikel 1:1 van de Wet op het Financieel Toezicht.

Laat uw naam en e-mailadres achter en wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen voor de VRH.

    Contact opnemen

    Benieuwd of uw wensen en doelstellingen financieel haalbaar zijn? Plan direct een vrijblijvend kennismakingsgesprek in.

    Financiële Planning Specialist

    Bronsweg 7

    8211 AL Lelystad